De klokken van Den Hoorn.

loomansWijlen pastoor Th. W. Loomans was een scherp inkoper !
Want, wat schreef hij op 23 maart 1949 aan de firma Petit & Fritsen te Aarlen-Rixtel ná ontvangst van hun rekening voor één luidklok en één Angelus-klokje: “U hebt vergeten de klepel, wegende circa 12 kg. die wij opzonden, van de rekening af te trekken, zoals U op 10 Dec. 1948 aan ons schreef.”

Pastoor Loomans lette op de financiën en zijn verzoek werd prompt gehonoreerd want op 4 april 1949 antwoordden de klokkengieters dat de pastoor zegge en schrijve één gulden per kilo van de factuur mocht aftrekken voor de ingeleverde klepel. Een ruimere vergoeding was niet mogelijk omdat aan de bewuste klepel nogal wat veranderingen moesten worden aangebracht.

Het is goed om te weten dat de klepel van de luidklok, die al sinds maart 1948 haar klanken over Den Hoorn uitstrooit, nog stamt van de allereerste klok, die in onze kerk hing vanaf 1917, het jaar waarin de parochiekerk van Sint Antonius en Sint Cornelius in gebruik werd genomen. Helaas hebben wij geen gegevens meer over de eerste klok maar al ruim 90 jaar gluurt dezelfde klepel over ons dorp en hij heeft 8 pastoors zien komen en 7 pastoors zien gaan.

In 1917 was Den Hoorn nog maar een klein dorp en de tuinbouw was net in opkomst. Vanuit haar hoge plaats in de toren keek zij neer op een steeds groeiend glazen oppervlak.

Die eerste klok zag hoe in het begin van de twintiger jaren aan de voet van de toren het veilingcomplex werd gebouwd. Zij begeleidde de inwoners door de jaren van voorspoed en door de crisisperiode in de dertiger jaren.
Vanuit haar hoge plaats zag zij op 10 mei 1940 de dreigend laag overkomende vliegtuigen van de niets en niemand ontziende overvallers en zij zag de onheilspellende rookwolken van het brandende Rotterdam op de fatale dag van 14 mei 1940.

Deze klok zou geen langer leven beschoren zijn: de Duitse bezetter vorderde in 1942 alle klokken in Nederland op om tot oorlogsmateriaal versmolten te worden. Ook de 300 kg. zware klok van Den Hoorn viel aan de vijand ten prooi en zij werd op 17 december 1942 meedogenloos uit de toren getakeld en verdween in de smeltovens. Alléén de klepel mocht behouden worden omdat deze niet van brons was.

Twee jaar na de bevrijding van ons land besloot het toenmalige kerkbestuur dat er een nieuwe klok moest komen ter vervanging van de geroofde en dat zij moest worden gecompleteerd met een kleiner zusje, een zogenaamde Angelus-klok.

Het is mei 1947 geweest, dat contact werd opgenomen met de eerder genoemde fabrikant, Petit & Fritsen, en die maakt een uitgebreide offerte op 22 mei 1947. Voor een grote klok van circa 600 kg bedong men een levertijd van circa anderhalf jaar wegens de overstelpende drukt. De Angelus-klok was met enkele maanden leverbaar.

Wanneer wij ons realiseren dat in Nederland in de periode 1940 - 1945 practisch kerkklokken over de oostergrens waren verdwenen, kunnen wij ons inderdaad voorstellen dat de Nederlandse klokkengieters gouden tijden beleefden toen ons land zich inspande voor de wederopbouw, niet alleen van steden en dorpen, huizen en fabrieken, maar ook om verloren gegane dierbare klokken in hun vroegere welluidende glorie te vervangen.

Op 26 augustus 1947 gaf pastoor Loomans namens het kerkbestuur opdracht tot levering van de twee klokken:
Een grote klok, tweemaal zo zwaar als haar voorgangster, met inscriptie:

angelusjoannes

 

vox joannis - vox clamantis
audi vocem te vocantis angelus

( de stem van johannes - de stem van een
roepende hoor de stem, die u roept )

 

De Angelus klok zou de tekst dragen:
fac o mater ut salvemar

( help ons moeder, opdat wij gered worden )

 

Al ras volgde op 1 september 1947 de orderbevestiging, waarin tevens werd voorzien in de installatie van een luidstoel en men verzocht ook om de toezending van de oude klepel. Den Hoorn wachtte daarna rustig op levering……

Op 7 augustus 1948 werd pastoor Loomans een beetje ongeduldig en hij vroeg per brief aan Petit & Fritsen, waar nu toch die Angelus-klok bleef, die volgens toezegging met een paar maanden geleverd kon worden. Een duidelijk antwoord bleef uit.

Op 17 november 1948 werd pastoor Loomans écht kwaad en hij schreef een boze brief naar Aarle-Rixtel waarin hij zelfs suggereerde…… “dat misschien wel andere klanten voorgingen want wie het hardst schreeuwt, wordt het eerst geholpen ! Daarom doe ik nu maar eens een poging om U tot redelijkheid in deze te bewegen. Wij worden óók voortdurend gevraagd: komt de klok nog niet ? Ik verzoek u dringend ons niet langer dan eerlijk is te laten wachten !”

De verbolgen brief van de pastoor had wél succes: op 22 november 1948 zegde de leverancier gelijktijdige levering van beide klokken in februari 1949 toe, hetgeen ook goedkoper zou zijn, wat de montage betrof.

minaDe beide klokken kwamen inderdaad in februari 1949:
De Joannis-klok van 604 kg met een lepel van 24 kg ( die had men kennelijk verzwaard ). De toonaard is Gis.
De Angelus-klok weegt 72 kg en heeft een klepel van 5 kg.

Nu al 72 jaar lang kondigt de grote klok alle plechtigheden in onze kerk aan.
Meerdere parochianen hebben aan de klokketouwen getrokken en wij denken dan speciaal nog even terug aan Mina van der Spek, die als kosteres vele jaren lang ook de functie van klokkeluidster vervulde en pertinent weigerde dat een electrische installatie deze taak van haar zou overnemen.

Zo lang Mina leefde zou zij de klokken met de hand luiden………en zó geschiedde !

Deze grote klok verwelkomt al die jaren onze nieuwe, pasgedoopte medeparochiaantjes. Zij laat weten wanneer een huwelijk van twee jonge mensen wordt gesloten, zij begeleidt met haar bronzen stem degenen die vanuit de kerk hun laatste gang maken naar ons kerkhof.

De klokken kregen gezelschap………
Vanaf april 1986 hangt er een tweede luidklok van 400 kg. met een diameter van 85 cm en in de toonaard Ais naast. Door plotselinge ziekte van pastoor L.F. de Groot moest zij zwijgen totdat de parochie van Sint Antonius en Sint Cornelius op 25 en 26 oktober zijn zilveren priesterfeest zou kunnen vieren.

Deze nieuwe klok met de inscriptie “Leonardus - 27 mei 1986” is een geschenk van de parochianen van Den Hoorn aan hun pastoor, die op genoemde datum herdacht dat hij 25 jaar geleden tot priester werd gewijd.

Ook deze klok heeft een extra opschrift. In tegenstelling tot bijna 40 jaar geleden, toen de Latijnse taal nog “in” was, luidt de Nederlandse tekst als volgt: “Wie oren heeft, hore wat de Geest tot Den Hoorn zegt”

Mogen de oren van de Hoornse parochianen nog vele jaren na deze de stemmen van “Joannes” en “Leonardus” over ons dorp horen klinken bij blijde en droeve gebeurtenissen.